Principes van osteopathie
Leven is bewegen
Elke structuur in ons lichaam beweegt. Een stoornis van die beweging, noemen we een functioneel probleem. Deze problemen kunnen door een osteopaat verholpen worden. De osteopaat gaat dus op zoek naar bewegingsverliezen en dit in de drie grote systemen: Het pariëtale systeem of het bewegingsapparaat, het viscerale systeem of het orgaansysteem met alle ophangstructuren en het cranio-sacrale systeem dat betrekking heeft op de schedel, de wervelkolom en het bekken.
Structuur en functie
De structuur van een gewricht bepaalt hoe je ermee kunt bewegen. Als men het gewricht anders gebruikt, er verkeerd mee beweegt en dus de functie wijzigt, dan verandert de structuur. Het gewricht ondervindt dan slijtage, de weefsels veranderen van structuur. De structuur beïnvloedt dus de functie en vice versa.
Wanneer er nu een bewegingsbeperking is spreken we van een functioneel probleem dat osteopathisch oplosbaar is. Als men echter te lang rondloopt met zo’n functiestoornis, kan dit een structureel probleem worden waarbij de weefsels definitief zijn aangetast.
Met structurele veranderingen zoals maagzweren, breuken, niersteenvorming, … kan men niet bij een osteopaat terecht. Toch kan men met bepaalde structurele klachten osteopatische ondersteuning krijgen om bv. verdere slijtage tegen te gaan of om bv littekenvorming na operaties te optimaliseren.
Zelfhelende kracht van het menselijk lichaam
Ieder lichaam bezit de kracht om te genezen na ziekte, om te helen na verwondingen, … Ook osteopaten maken gebruik van deze krachten. Na een behandeling is een lichaam in staat om te reageren op de aangebrachte veranderingen waardoor verbetering van de klacht kan optreden. Afhankelijk van deze kracht, evolueer je snel of trager.
Het lichaam als een onscheidbare eenheid
Overal waar problemen optreden moeten andere gewrichten lokaal of op afstand hierop kunnen aanpassen, kunnen compenseren. Hierdoor kunnen lokaal maar ook op afstand klachten ontstaan. Als je één iets verandert in het lichaam komt er een hele kettingreactie die voor een nieuwe balans moet zorgen. Als je een klacht hebt zal de osteopaat daardoor niet enkel lokaal kijken maar ook alle structuren die ermee in verbinding staan, onderzoeken.
The arterial rule
Dit houdt in dat er op elke plaats een goede doorbloeding moet zijn. Soepele, beweeglijke weefsels die gemakkelijk kunnen aanpassen aan veranderingen in het lichaam zijn afhankelijk van een goede doorbloeding. Een slechte aanvoer van goede stoffen en een slechte afvoer van afvalstoffen, zorgen voor chemische vervuiling. Deze kan leiden toto problemen van weefsels in de buurt, met klachten als gevolg.
Osteopathie maakt gebruik van uitgebreide kennis van anatomie, fysiologie en pathologie. De osteopaat werkt uitsluitend met zijn handen. Er worden geen medicijnen of apparaten gebruikt. Hij maakt los wat los moet zitten en helpt zo met (overwegend) zachte handgrepen het lichaam te herstellen.
Osteopathie is een aanvulling op reguliere geneeswijzen en vervangt dus in geen geval de huisarts of kinderarts.